Tweeling samen of apart op kinderdagverblijf

Is het verstandig om een tweeling samen of juist in aparte groepen op het kinderdagverblijf te plaatsen? Coks Feenstra, tweelingdeskundige, geeft advies.

Advies: samen

Plaats de tweelingen in de kinderopvang samen. Het bevordert hun ontwikkeling en het maakt, zonder twijfel, hun verblijf in het centrum veel prettiger.

Coks Feenstra, tweelingdeskundige

Overwegingen samen of apart

Wat zijn de overwegingen hierbij? Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden, is het belangrijk om stil te staan bij de belevingswereld van een tweeling. Deze verschilt namelijk van die van een eenling.

Hechting
Als een tweeling geboren wordt, hebben ze al een leven gedeeld, namelijk het prenatale leven. In de baarmoeder leerden ze elkaar kennen: ze raakten elkaar aan, ze sabbelden op elkaars duim, ze vochten om de beste plek en ze sliepen genoeglijk samen in. Terwijl ze dezelfde ruimte deelden, dezelfde geluiden hoorden en dezelfde emoties van hun moeder beleefden, groeide er tussen hen een intieme band. Er wordt aangenomen dat ze in de baarmoeder al een vaag idee ontwikkelden over zichzelf –het ‘ik’-gevoel- èn van de ander. Volgens de psycholoog John Bowlby, die het belang van de moeder-kind relatie bestudeerde, is de tweeling een hechtingspersoon voor elkaar, net als hun ouders. Het samen opgroeien in de baarmoeder is een ervaring die hun relatie sterk beïnvloedt en is ongetwijfeld de reden dat hun band vaak inniger is dan die tussen gewone broers en zussen.

De ervaringen die ieder persoon opdoet in zijn prenatale leven zijn van veel grotere invloed dan we tot nog toe aannamen. De pre- en perinatale psychologie, die het leven in de baarmoeder en rond de geboorte bestudeert, toont dit aan. Zo bevestigen de studies van deze tak van de psychologie dat een baby de ervaringen die hij opdoet in de baarmoeder, opslaat en onthoudt. Met andere woorden: datgene dat hij in zijn prenatale leven beleeft, heeft invloed op zijn latere leven.

‘Ik’ besef komt later
De tweeling komt samen ter wereld en kent dan het leven enkel als één van twee. Tussen zijn tweede en derde levensjaar ontdekt de tweeling dat hij/zij een eigen persoon is. Voor een tweeling komt dit ‘ik’ besef later dan voor een eenling, want oorspronkelijk was er voornamelijk het wij-gevoel. Vanuit het wij-gevoel ontstaat dan het besef van ‘ik’. Deze ervaring kent een eenling-baby niet.

Dubbele scheiding
Scheiden van een tweeling in deze jaren is onnatuurlijk en af te raden. Het zou bovendien een dubbele scheiding voor hen zijn: zonder moeder en zonder hun tweelinghelft. Er is ook geen enkele reden voor. Leidsters van crèches vermelden vaak hoe een baby-tweeling op elkaar reageert: ze zijn alert als hun broertje /zusje huilt, ze zoeken elkaar op, ze lachen naar elkaar en zijn graag in elkaars nabijheid. Het zal hen ook zeker helpen in het gemis van hun moeder.

Afhankelijkheid en onafhankelijkheid
Er wordt soms gedacht dat een vroegtijdige scheiding de latere afhankelijkheid, die je soms bij tweelingen aantreft, kan helpen voorkomen. Deze gedachtegang is onjuist. Geen enkele wetenschappelijk studie heeft dit verband kunnen aantonen. Het is namelijk andersom: een tweeling heeft een periode van afhankelijkheid en nabijheid van elkaar nodig om tot onafhankelijkheid te komen (hetzelfde geldt voor de afhankelijkheid van baby’s ten aanzien van hun moeder; ook daar is een periode van nabijheid nodig om tot zelfstandigheid te komen).

Als een tweeling opgroeit en zich ontwikkelt tot twee losse individuen, elk met een eigen karakter, zijn er soms situaties waarbij het beter is om te kiezen voor twee klassen. Bijvoorbeeld: één speelt de baas over de ander; één wil vriendjes maken en de ander remt dit af; beiden zijn erg competitief en houden elkaar voortdurend in de gaten, etc. Deze situaties kunnen zich gaan voordoen tussen hun derde en vierde jaar, maar meestal nog later, zo rond het zesde jaar.

Conclusie: tweeling in één groep

Dus de tweeling samen in één groep plaatsen, zolang ze bij de kinderopvang zijn, is de beste keuze! Daarna kan er een advies aan de ouders worden gegeven over het te volgen beleid bij de plaatsing op de kleuterschool. Voor sommige tweelingen is het goed om in aparte klassen te zitten, voor anderen is er geen reden voor. In het algemeen is het advies voor verschillende klassen vaker aan te bevelen voor twee-eiigen (met name de jongenstweeling en meisje-jongentweeling) dan voor eeneiigen. Deze laatsten hebben een band die zeer innig is waardoor het gescheiden zijn niet zelden een negatieve, zo niet traumatische, ervaring voor hen is. Het is belangrijk om te beseffen dat studies over dit thema niet hebben aangetoond dat het scheiden van tweelingen op school een positief effect heeft op het ontwikkelen van een eigen identiteit. Daarbij spelen namelijk veel meer factoren een rol, zoals de opvoeding, hun karakters, hun ervaringen, et cetera.

Aanvullende informatie

Op haar website publiceerde Coks Feenstra een samenvatting van de discussie over dit zelfde onderwerp tijdens de NVOM Meerlingendag 2010.

Cox Feenstra is ontwikkelingspsychologe en heeft zich gespecialiseerd in de specifieke aspecten van de ontwikkeling van meerlingen. Ze schreef onder andere “Het Grote Tweelingenboek”. Cox Feenstra is adviseur van de NVOM en van de Opvoeddesk.

Samen of apart in de klas?

Samen of apart in de klas is zo’n groot en ingewikkeld vraagstuk voor veel ouders van meerlingen dat er een heel Meerlingen Magazine over gemaakt is.

Bekijk deze special

Word lid en ontvang gratis cadeaus

Door lid te worden van de NVOM steun je de stichting zodat we jou nog beter van informatie kunnen voorzien, meerlingouders bijeen kunnen brengen en voor je op kunnen komen.

Lid worden